“Hoe gaat het met je? En met je kindje?” De kersverse moeder vertelt met trots hoe goed het gaat. Het meisje slaapt goed, drinkt goed en lijkt weinig last te hebben van de hitte. Ook met de moeder zelf gaat het goed. Ik vind het allemaal fijn om te horen en ik ben oprecht geïnteresseerd. Ik geniet van kinderen en baby’s, ook al kan het soms pijnlijk voor me zijn. Het gesprek kabbelt wat voort. Ondertussen eten we zoete aardbeien, kietelt het gras onder onze blote voeten en verwarmt de zon onze huid.
“Ik vind het toch zo knap van jou, dat je in jouw situatie gewoon vraagt hoe het met mij en mijn kindje gaat” zegt ze ineens. Een voorzichtig “dankjewel” verlaat mijn mond. “Ik meen het echt! Je kan er ook voor kiezen om weg te kijken, want het is pijnlijk genoeg. Dit is jouw grootste wens en toch toon je interesse in mij. Ik vind dat knap.”
Deze moeder begrijpt het! Ik bedank haar dat ze het zo benoemt. Mijn borst voelt ineens een stuk ruimer, alsof ik meer lucht krijg. De blijdschap van het pas moeder zijn mag er zijn in dit contact, maar mijn verdriet ook. Dit kan naast elkaar bestaan op een heel natuurlijke manier.
En ja, ze heeft gelijk. Het is knap dat ik er naar vraag. Het kost best veel energie om iedere keer weer vrolijk het gesprek aan te gaan. Het is pittig om steeds opnieuw te horen dat er weer iemand in mijn omgeving moeder wordt. De bolle buiken, kinderwagens en waggelende luierkontjes zijn soms confronterend om te zien.
Maar ik geniet ook van dit alles en ik wil echt graag weten hoe het gaat met de kinderen en (aanstaande) moeders om me heen.
Dus laten we samen alle gevoelens de ruimte geven. Verdriet en blijdschap mogen naast elkaar bestaan. Als we het beiden erkennen, zal de blijdschap groter zijn en het verdriet een beetje kleiner.
Liefs, Anne
Geef een reactie