De eerste keer dat ik ging doneren was voornamelijk uit medische interesse. Ik was net gestart met een opleiding verpleegkunde. Vrijgezel na een niet zo ideaal huwelijk. En terug inwonend bij mijn moeder. Ik kreeg de informatie via een klasvriendin. Zij had al eerder gedoneerd. Mijn interesse was gewekt.
Mijn moeder die ook verpleegkundige is, ging met me mee naar UZ Jette. Daar hadden we een intakegesprek en onmiddellijk aansluitend een psychologisch gesprek. Ik was zeker dat ik dit wou doen! Na een uitgebreid bloedonderzoek, kreeg ik mijn medicatie mee naar huis. Pregnyl, Orgalutran, Decapeptyl,… Het leek Chinees in m’n oren. Maar met vol goeie moed stopte ik met mijn anticonceptie.
Dan begon het moment voor die eerste prik. God wat heb ik lang staan aarzelen. Ik had al geprikt op de testpoppen op school, mijn eigen buik leek me toch minder aantrekkelijk… Gelukkig heeft mijn moeder me heel goed gesteund de volledige procedure. Ik had een superenthousiaste gyneacologe, die me steeds direct inplande wanneer Brussel het vroeg. Ook op mijn stageplaats gingen ze mee in het verhaal. Kortom, iedereen steunde me volop.
De dag van de pick-up voelde ik me zenuwachtig, maar toch ook enthousiast. Eerlijkheidshalve, ik heb wel een dag recuperatie gehad nadien. Maar dag 2 ging dat al een heel stuk beter. Ik kreeg te horen dat de pick-up geslaagd was. Meer dan 20 bruikbare eicellen. Wauw, wat voelde ik me goed! Onmiddellijk werd een volgende keer vastgelegd. Toen leerde ik dr. Platteau kennen. En bij hem heb ik ook nog eens 2x gaan doneren. Toen was mijn opleiding gedaan. Ik had ondertussen een vaste relatie en ging mij even toeleggen op mijn carrière.
In 2015 beviel ik van mijn zoon Thomas, dit via keizersnede. Na een half jaar wou ik toch weer even tijd nemen om te gaan doneren, maar blijkbaar is dit niet zo eenvoudig na een keizersnede. Nu 2 jaar later opnieuw in verwachting en geplande keizersnede. Daarna word ik gesteriliseerd uit eigen vraag. Mijn man vond dit jammer. Hij had graag gehad dat ik verder ging met doneren. Dit omdat hij het gevoel van vader-zijn wil delen met anderen waarbij dit niet zo evident is. Tot mijn gyneacoloog zei dat dit geen belemmering vormt voor nog een donatie. Dus na de geboorte van onze zoon, gaan wij verder in het donatie-verhaal.
De reden waarom ikzelf er vooral mee verder ga, is voornamelijk het anonieme hieromtrent. Mocht ik weten waar mijn eitjes naartoe gaan zou ik het een stuk moeilijker hebben, denk ik. Mocht het kindje echt worden in mijn leven, dan zou ik het denk ik een stuk moeilijker hebben. Dus ergens kan je wel zeggen dat ik voorstander ben van de huidige wet van de anonimiteit. En ergens versta ik wel dat die kinderen nood hebben aan het weten…
Liefs,
Lotte
Afbeelding: Artemis, godin van de vruchtbaarheid
Geef een reactie