Mijn man komt uit een vriendenkring van 9 jongens die bijna allemaal op dezelfde basisschool hebben gezeten. In de jonge jaren zagen de mannen elkaar ieder weekend, met voetballen, op feestjes enz. Dus regelmatig. Langzaam zijn daar de dames bij gekomen en is het contact altijd blijven bestaan. Niet meer zo regelmatig als vroeger maar nog altijd worden de verjaardagen gevierd en doen we gezamenlijke activiteiten. Al vrij snel nadat iedereen gesetteld was kwamen de eerste kinderen. In die tijd gingen we ieder jaar met vrienden en kinderen een weekendje weg. Langzaamaan hadden alle stellen kinderen op 1 stel na. Dit waren Jan en Anne (fictieve namen). De relatie tussen Jan en Anne was wat later ontstaan, ze hadden elkaar op een vakantie in het buitenland ontmoet. Zij was een Noorse, had een leuke baan en we hoorden pas iets later dat ze kanker had gehad. Jan ging regelmatig met de motor naar Noorwegen en ze probeerden zoveel als mogelijk was bij elkaar te zijn. Vrij snel daarna sloeg het noodlot weer toe. De kanker bij Anne kwam terug. Dit keer heel heftig en uiteindelijk heeft een beenmergtransplantatie haar leven gered. Toen Anne aangesterkt was en ze zeker waren van hun liefde voor elkaar, is Anne naar Nederland gekomen. Ze trouwden en kregen…. geen kinderen.
Alle vriendenstellen hadden het druk met hun gezin en eigenlijk wist niemand dat Jan en Anne afhankelijk waren van een eiceldonor. Alhoewel er wel enkelen wisten dat ze ivf aan het overwegen waren. Maar met je privéleven en zorgen loop je niet altijd te koop. Pas tijdens het vieren van een jaarwisseling kwam het hoge woord eruit. Er werd vrij direct gevraagd naar hun kinderwens. Het antwoord was kort en emotioneel: ze waren afhankelijk van een eiceldonor. De kankerbehandelingen hadden alle eicellen vernietigd. Adoptie was overwogen maar wilden ze beiden niet. En toen kwam ik in beeld. Ik wist direct, dit ga ik voor hen doen. Geen twijfel mogelijk. Ik voelde me ook een beetje schuldig omdat ik zelf had kunnen bedenken dat kanker alles kapot kan maken en dat ze dus afhankelijk zouden zijn van een ander. Ik gaf nog borstvoeding aan ons jongste kind en wilde dit persé tot haar eerste jaar blijven doen. In mei werd onze dochter 1 en ik vond het verstandig om nog even te wachten om mijn “vriendendienst” bekend te maken. Bovendien wilde ik het met mijn man overleggen alhoewel ik zeker wist dat ik het ging doen, ongeacht wat hij er van zou vinden. Het was mijn lijf. Maar gelukkig stond mijn man er ook positief tegenover.
In april dat jaar was ons vriendenweekendje weer gepland. Inmiddels was het 8e stel zwanger en alleen Johan en Anne waren kinderloos. Ik had besloten om het dat weekend te vertellen. Het was best spannend. Het was moeilijk om met zo’n grote groep van 30 personen een moment te vinden waarin ik ze samen of alleen kon spreken. Uiteindelijk vond ik dat moment en heb ik Anne verteld dat ik eiceldonor wilde worden. Ze vroeg of ik me realiseerde wat het inhield en of ik het ook echt wilde. Had ik er wel goed over nagedacht? Er waren wel meer vrouwen in haar omgeving geweest die enthousiast gereageerd hadden maar uiteindelijk afhaakten. Ze was, begrijpelijk, sceptisch. Ik zei dat ik het besluit al genomen had tijdens de jaarwisseling en dat ik in al die maanden daarna geen moment getwijfeld had. Ze was voorzichtig blij en ging het met Johan delen. Vanaf toen hadden we een geheimzinnig bondgenootschap. We wilden het niet bekend maken. Dat moment zou bepaald worden door Anne, Jan en het kindje waarvan wij alle drie vurig hoopten dat het geboren zou worden.
Er kwam een heel traject op gang. In Voorburg zou de vruchtbaarheidsbehandeling plaatsvinden. Eerst kwam er een kennismakingsgesprek waarin een soort screening plaatvond. Of we allemaal wisten waar we aan begonnen. Of ons gezin voltooid was. Intussen bouwde ik de borstvoeding af. Moest ik regelmatig mee naar het ziekenhuis en omdat mijn omgeving er niets van mocht weten moest ik allerlei smoesjes verzinnen. Op het werk heb ik iemand in vertrouwen genomen en heb ik in die tijd veel “overgewerkt”.
Ik zag totaal niet op tegen de hormoonbehandeling en vrolijk zette ik de spuitjes iedere dag in mijn buikweefsel. Ik wist waarvoor ik het deed. Intussen dat ik aan het spuiten was kreeg Anne hormonen om het baarmoederslijmvlies op te laten bouwen zodat het bevruchte eicelletje zou kunnen innestelen. Het was zo spannend allemaal. Anne en Jan waren in hoopvolle stemming maar voelde ook de onzekerheid. Want hoe zou het allemaal uit gaan pakken? Het voelde toch als een alles of niets poging. Uiteindelijk werd na diverse controles van mij en Anne de punctiedatum bepaald. De laatste spuit om de eisprong(en) te regelen werd gezet precies om 12 uur ’s nachts op de dag dat mijn man jarig was. 2 Dagen later op de verjaardag van mijn broer stond de punctie gepland. Daar gingen we dan, naar Voorburg. Het is al zoveel jaren geleden dat ik niet alles meer precies kan terughalen maar volgens mij was het eerst aan Jan om zaad in te leveren. Hij mocht het hokje in. Daar zaten we daarna nog om te lachen want ja, dat wordt ook zo’n kunstmatige handeling die weinig met liefde bedrijven te maken heeft. Want voor mannen die het moeilijk vinden, wat heel begrijpelijk is, liggen er boekjes klaar om enigszins in de stemming te komen. Die had Jan niet nodig. Gelukkig, dat was gelukt. Want zonder zaad geen bevruchting. Toen zijn Anne en ik naar een andere afdeling geleid waarop de punctie zou plaatsvinden. Jan mocht van mij erbij zijn. Preuts ben ik niet dus ik had er totaal geen moeite mee als hij er bij was maar hij vond het zelf niet zo’n goed idee. Ook prima. Ik kreeg een infuus en er werd me gezegd dat het aanprikken pijnlijk kon zijn. Maar zoals ik niet bang ben geweest voor de pijn bij een bevalling was ik totaal ook niet bang voor de pijn van het aanprikken. Ik onderging het heel relaxed en door de ontspannen sfeer verliep alles heel vlot. Ik weet niet meer precies hoeveel eitjes er aangeprikt waren maar volgens mij waren het er rond de 10. Daarna is het heel spannend of de bevruchting goed gaat en wat de kwaliteit van de embryo’s is. Hoe hoger de kwaliteit hoe meer kans op een succesvolle innesteling. Het werk voor die dag zat er op. De bevruchting moest in het laboratorium gaan plaatsvinden en de dag erop (als ik me goed herinner) konden Anne en Jan informeren of de bevruchting naar wens was verlopen. Je krijgt te horen hoeveel eicellen bevrucht zijn en of de embryo’s goed genoeg zijn voor terugplaatsing en mochten er meer goede embryo’s bij zitten dan worden die ingevroren. Als de poging mislukt dan kan een tweede terugplaatsing plaatsvinden maar vaak gaat het invriezen ten koste van de kwaliteit. 2 Dagen na de punctie gingen Jan en Anne terug voor de terugplaatsing van 2 embryootjes. Mijn werk zat er op. Ik kon alleen maar hopen op dat grote wonder. En toen begon het lange wachten…. Kreeg Anne signalen? Gespannen borsten of zin in ander eten. We waren overal op aan het letten. We waren hoopvol gestemd en vertrouwde op het lijf van Anne. Na 2 weken was er geen menstruatie op gang gekomen en deed ze een zwangerschapstest. De eerste poging was raak. Je kunt het bijna niet geloven. Het is gelukt! Wat een blijdschap. En wat waren Jan en Anne me toch dankbaar. Ik vond het allemaal heel vanzelfsprekend. Hier had ik het voor gedaan. Vanaf die dag heb ik een steentje opgeraapt bij ons in de tuin en dat heb ik alle dagen gedragen tot op de dag van de geboorte.
Ik werd goed op de hoogte gehouden van het wel en wee rondom de zwangerschap. Vooral de beginperiode was zo spannend. Zou het goed blijven gaan? Gelukkig heeft dat zo mogen zijn. Alles moest wel stiekem want ook de directe familie wist niet dat ik de donor was. Ik heb wel eens gefantaseerd over hoe het zou zijn als het een jongen was of juist als het een meisje was. Soms dacht ik een meisje zou later leuk kunnen zijn voor onze dochter, een soort zussenrelatie. Maar direct heb ik die gedachte ook verworpen. Wat egoïstisch. Soms dacht ik, misschien is een ochtend in de week oppassen iets dan ben ik later nooit een vreemde voor het kindje. Want dat heb ik uitgesproken naar Anne en Jan. Ik hoopte dat ik later geen volslagen vreemde voor hun kindje zou zijn. Gelukkig vonden zij dat ook belangrijk en waren we het hierover vanaf het eerste contactmoment eens. Maar voor de rest was wat ik voelde of dacht totaal niet zo relevant in dit plaatje. Het was hun leven en hun kindje. En ik was en ben nog altijd oprecht blij dat alles zo gegaan is. Tegen het eind van de zwangerschap heb ik een gedicht geschreven wat ik samen met het steentje op de dag van de bevalling ’s avonds laat nog gebracht heb toen er niemand meer was. Het nieuwe wonder was (en is) een kerngezond manneke. Wat een berg liefde komt je leven binnen. En vooral in het leven van Anne en Jan. Ik heb altijd gezegd: mijn werk zit er na de donatie op. Ik heb nergens zeggenschap over. Het enige wat ik kon hopen was dat dit mooie nieuwe leven in een stabiele, liefdevolle omgeving mocht opgroeien. Een kindje heeft alleen veel liefde en warmte nodig. Meer niet. Ik heb het altijd verstandelijk kunnen benaderen en met gezond emotioneel beleefd. Ik voelde heel sterk de blijdschap voor hun maar ik heb geen moment gedacht: dat manneke is onderdeel van mij. Ik heb me er niet aan gehecht. Ik hou van alle kinderen evenveel. Misschien dat ik daarom ook een geschikte donor was. Kinderen blijven bijzondere wezentjes. Ieder wezentje krijgt zijn leven met zijn eigen lieve papa en lieve mama. Ik heb alleen een bescheiden rol gehad al voelen Anne en Jan het anders. Alhoewel ik wel besef: door mij is hun kinderwens vervuld. Maar ik heb het zo graag gedaan. Want een leven zonder kinderen of met 1 kind is een wereld van verschil. Ik had er zelf niet aan moeten denken dat we kinderloos gebleven zouden zijn. Het is en blijft een speciaal manneke.
In de jaren erna hebben we erg fijn contact. Niet te opvallend want familie en vrienden wonen in de buurt en soms kunnen dingen opvallen. Op een zeker moment, toen ons bijzondere manneke ongeveer 1,5 jaar was, ben ik naar Anne en Jan toegegaan en heb gevraagd of ze nog graag voor een broertje of zusje wilden gaan. Dat hadden ze mij natuurlijk niet durven vragen en daar hoefden ze niet lang over na te denken. Ik heb aangegeven dat ik het weer heel graag voor hun en dat lieve manneke wilde doen. We gingen weer vol vertrouwen het traject in. Dat leek een zeer succesvolle poging want er waren heel veel kwalitatief goede eicellen, zelfs om in te vriezen. Maar helaas heeft de eerste en tweede terugplaatsing niets opgeleverd. Dan komt er een emotioneel zware periode. Ik had ook verdriet omdat het niet gelukt was maar dat stond in geen verhouding tot wat Anne en Jan doormaakten.
Omdat een derde ivf-poging nog vergoed werd heb ik aangegeven dat ik het voor de laatste keer wilde doen als Anne en Jan het aandurfden. Het was nu of nooit. De leeftijd van Anne ging meespelen. Maar ze twijfelden allebei of ze dit emotioneel aankonden in geval het mis zou gaan. Toch is de derde poging er gekomen en heeft deze heel kort geleid tot een zwangerschap. Maar er werd direct bij gezegd dat de kans dat de zwangerschap zou voortzetten heel klein was omdat er een schimmelinfectie was die niet veel goeds voorspelde. En zo geschiedde. Helaas, de allerlaatste poging voor een broertje of zusje is op niets uitgelopen. Het was definitief. Heel verdrietig omdat een nieuw leven niet meer mogelijk was maar tegelijk ook heel dankbaar dat toch uit de eerste poging dat speciale manneke is geboren. Het besef dat we toen heel veel geluk hebben gehad.
Vrij snel na de laatste poging hebben Anne en Jan aangegeven graag naar Noorwegen (terug) te willen. Dat is een moment voor mij geweest wat ik moeilijk vond. Ik stond helemaal achter hun beslissing. Het is hun leven. Het enige waar ik bang voor was, was dat het contact te minimaal zou zijn en dat ik toch nog een vreemde voor dat lieve manneke zou zijn. Maar ach dingen gaan zoals ze gaan. Ze zijn geëmigreerd en hebben daar een nieuw fijn leven op kunnen bouwen. Hun lieve manneke doet het goed op school en ongeveer 1x per jaar komen ze naar Nederland. Dan moet hij verplicht mee naar mij want ik ben een speciale persoon voor hem. Tenminste dat is wat ze altijd zeggen. Naarmate hij ouder werd zag ik dat hij het niet altijd leuk vond om mee te komen, wat heel begrijpelijk is. Ik zei dan: hij hoeft echt niet te komen. Het moment waarop hij contact wil komt nog wel. Of het komt niet maar of ik dat dan leuk vind of niet, dat doet niet ter zake, het is zijn vrije keuze. Anne stuurt af en toe foto’s. Op vroegere foto’s zag ik niet veel gelijkenis maar naarmate hij ouder wordt zijn er die wel een paar gekomen. Wel grappig. Over karaktereigenschappen valt nog niet zoveel te zeggen. Ach, hij is helemaal goed zoals hij is. Dat lieve manneke is nu 14 jaar.
Ik ben een half jaar geleden met onze tweede zoon naar een familieopstelling geweest. Het was een behandeling om te kijken of we achter de oorzaak van zijn concentratieprobleem konden komen. Het was erg belangrijk om aan te geven welke personen betrokken waren in de familierelaties. Het ging ook over overleden personen bijvoorbeeld. En ook onvoldragen zwangerschappen konden meespelen. Het overviel me en in eerste instantie dacht ik er niet aan maar later gaf ik aan dat ik eiceldonor was geweest en dat daaruit een halfbroertje van onze zoon is geboren. Mijn zoon zat erbij en hij wist het nu. Dat heb ik later op de avond met Anne gedeeld. Ze vond het geen probleem. Hij mocht het best weten. En ook onze andere 2 kinderen. Ik heb aangegeven dat het belangrijk was dat hun speciale manneke als eerste toestemming moest geven. Zij hebben het toen opnieuw met hem besproken en nog een keer uitgelegd hoe alles gegaan was. Voor een manneke van 13 is dat best moeilijk. Maar hij begreep het wel. Uiteindelijk hebben we samen afgesproken dat ook hun familie en onze familie het mocht weten. Het hoefde niet aan jan en alleman verteld te worden maar het was ook niet meer supergeheim. De vrienden heb ik het ook in vertrouwen gezegd. Enkelen daarvan hadden al een vermoeden. Waar Anne wat huiverig voor was, was dat hun lieve manneke er op social media “last” van zou kunnen krijgen. Dat is natuurlijk het laatste wat ik wil. Helaas had Anne wel dat gevoel en ik kon dat niet wegnemen. In theorie zou het ook kunnen. Mede daardoor heb ik achteraf een vervelend gevoel aan de bekendmaking overgehouden en is het een soort mededeling geworden. Alhoewel ik er rekening mee heb gehouden heeft niet iedereen fijn gereageerd op onze bijzondere boodschap. Dat is een beetje jammer maar tja zo kunnen mensen zijn. Niet iedereen is een open boek zoals ik zelf ben. Ik had het me anders voorgesteld: als een heel bijzonder moment met een bijzondere boodschap. Ach, er zijn ergere dingen op de wereld.
We gaan afwachten hoe de dingen in de toekomst gaan lopen. Wat het ook wordt, het is altijd goed, als het maar de vrije keuze is van dat hele speciale manneke.
Alle liefde toegewenst.
AM
Geef een reactie