Ik volg een opleiding tot voedingsconsulent, waarbij uiteraard ook uitgebreid de werking van het menselijk lichaam aan bod komt. En vandaag leerden we eindelijk over het endocrien systeem: onze hormoonhuishouding. In een poging om mijn eigen verstoorde hormoonwerking te begrijpen, heb ik daar de afgelopen maanden al zoveel over opgezocht en gelezen. Ik was op bekend terrein en dus volledig mee met de leerstof. In eerste instantie was ik zelfs verbaasd dat niet alle vrouwelijke medeleerlingen vertrouwd waren met de feedback-loop van GnRH in de hypothalamus, LH en FSH in de hypofyse en hun werking op de follikel- en eicelrijping. Maar dan daagde het me weer, als je geen fertiliteitsbehandelingen moet ondergaan, sta je helemaal niet stil bij die wondere wisselwerking.
Schildklier, bijnieren, … allemaal werken ze bij mij niet helemaal naar behoren. En voor het eerst bedacht ik me de positieve kant ervan: dit stukje leerstof hoef ik alvast niet te studeren. Laat die examenvragen maar komen, ik blaas de prof makkelijk van zijn sokken met mijn – ondertussen parate – kennis van de belangrijkste klieren en de hormonen die ze produceren.
Ik heb toch een klein, maar interessant weetje bijgeleerd over hormonen. Ik dacht dat ze allemaal vormen van proteïnen waren (minder of meer complexe vormen), maar nee. De steroïdhormonen, geproduceerd door onze bijnieren (bijvoorbeeld: cortisol) en eierstokken (oestrogenen, progesteron) zijn voornamelijk opgebouwd uit cholesterol en behoren dus tot de vetten. Progesteron is naast een eindproduct ook een voorloper in de productie van o.a. cortisol. Weer een puzzelstukje op zijn plaats: als ik mijn progesteronproductie wil verhogen (om mijn luteale fase te verlengen) moet ik dus zorgen dat er geen “verspilling” is voor het in stand houden van mijn cortisolproductie (waarvan mijn bloedwaarde ook veel te laag is).
Geef een reactie