Wanneer het niet vanzelf gaat en de weg naar het verwezenlijken van je kinderwens moeilijker wordt en langer gaat duren wordt je steeds vaker gedwongen na te denken over je wens. Dit overkomt je helemaal niet of misschien maar heel even als het wel van zelf gaat of als het niet lang duurt. Het feit dat ik mijzelf vragen bleef stellen over mijn wens zorgde ervoor dat het geen obsessie werd maar een weloverwogen beslissing…….voor mezelf….. voor het kind ook?… Dit verhaal krijgt nog een staartje..
Als ik heel kritisch ga kijken en mijn wens analiseer dan moet ik concluderen dat het een puur egoistische keuze is van mij. Ik kan mijn kind helemaal niets garanderen. Hoe kan het dan toch dat wij er toch voor kiezen om ons voort te planten? Waarom negeren wij sommige feiten waarvan we eigenlijk wel weten dat het helemaal niet zo handig is om een kind te krijgen? Als je 1000% eerlijk bent en alle feiten op een rij zet over je eigen leven, maatschappelijk, sociaal, psychisch, gezondheid, financieel, genen, levensverwachting; hoe staan we er dan werkelijk voor? Is het niet eigenlijk net Russische roulette? Ik wil niet zeggen dat we geen kinderen op de wereld moeten zetten, ik houd van kinderen maar hoe eerlijk zijn we tegenover onszelf over deze wens en de gevolgen? Hoe serieus nemen wij deze taak eigenlijk als we ons dit niet afvragen? Komt het beeld dat wij hebben wel overeen met wat het werkelijk is? En hoe zit het dan met onze verantwoordelijkheden?….
Deze blog schrijf ik naar aanleiding van een uitspraak van een wijze jongeman tijdens het debat “Laat moederschap” van 23 april jl. Aangekomen bij het agendapunt ethiek stelde hij dat een kinderwens voortkomt uit egoisme en die conclusie had ik zelf ook getrokken dus mijn aandacht had hij. Hij sprak over “antinatalism”, niet eerder had ik van deze term gehoord. Nog meer dan anders houdt het me bezig, die kinderwens, vanuit een andere hoek welliswaar. Vragen, ik heb weer andere vragen over de kinderwens, het donorschap, voortplanting en ik ga ze onderzoeken.
Ik moet concluderen dat de rede en het hart echt niet of niet echt (haha) samenwerken als ik mijzelf vragen stel daarover.. Nu komt daar nog bij dat het begin deze maand erop leek dat ik misschien zwanger zou zijn op late leeftijd (volgende week word ik 47) maar door de toestand van mijn lijf kon er ook sprake van de overgang zijn. Ik bespaar je de verdere details maar het bracht me enorm in verwarring. Ineens kwam daar mijn persoonlijke kinderwens, als een onuitgenodigde gast weer mijn leven in wandelen want ik had me er bij neergelegd en wat ging ik/wij doen mocht het zo zijn? Tegelijkertijd een enorme confrontatie met de volgende fase “de overgang”, waarop ik mij niet had voorbereid want die kwam toch veel later??? Echt weer iets voor mij om tussen 2 uiterste in te staan.
Mijn gedachte vuurde meteen kritische vragen op me af; Kon ik dat nog wel aan? Ik vind opvoeden best zwaar. Mijn leeftijd, de gezondheid van mijzelf en het kind. Financieel hebben wij het niet makkelijk, konden wij dat wel betalen? Ik heb het druk met de opvoeding van het kind dat er al is, zou ik hem tekort doen als er nog een kindje kwam? Ik geniet zo van dit ene kind, wilde ik deze aandacht wel verdelen? En waar was mijn angst gebleven voor dat enige kind, dat ik in zijn eentje zou achterlaten wanneer wij de kraaienmars blazen? Hadden mijn verwachtingen of principes zich aangepast aan de situatie omdat ik geaccepteerd had dat er geen 2e kind meer bij kwam? Gaan die verwachtingen en principes nu weg of krijg ik er nieuwe voor in de plaats?
Ik sprak met wijze vrouwen en er was nog een dingetje waar ik geen rekening mee had gehouden, namelijk het effect van die overgang (waar ik dus totaal niet in zit zeggen de bloedwaarden). Normaal gesproken ga je de overgangsfase in als je kinderen zo langzamerhand het huis gaan verlaten. Lichamelijk verandert er één en ander maar geestelijk natuurlijk ook. Heb ik wel zin in een protesterende puber als ik t zelf net een beetje kalmpies aan wil gaan doen?…. Hmmmm, dat heb ik over het hoofd gezien, niet meegenomen in de berekening van laat ouderschap. Het is er te laat voor om mee te nemen in de planning want het kind dat er al is gaat dat meemaken en ik ook. Gelukkig ben ik er door het stellen van deze vragen aan mijzelf nu op voorbereid en zal ik proberen niet als een oude zemelaar te reageren als hij met een groene hanekam mij denkt te kunnen provoceren.
Voor ik mezelf of andere kritische vragen stel ga ik eerst maar eens doen wat de wijze jongeman mij adviseert. In zijn ogen is het ieders morele plicht om het boek “Better never to have been” van David Benatar te lezen alvorens een kind/nieuw mens op de aarde te willen zetten. Het heeft hem in ieder geval een totaal andere visie op het leven gegeven. Hij eindigt zijn mail aan mij met “Hopelijk doe je ook wat nieuwe inzichten op!” Nou dat denk ik zeker wel, Zaabil, bedankt voor de tip! Ik ga hem lezen omdat ik vind dat we best wat kritischer mogen zijn over onze kinderwens nu de technieken voor voortplanting en de samenstelling van gezinnen een andere dimensie hebben gekregen. Pakken wij wat we willen wel goed aan en nog belangrijker, hoe ziet een goede aanpak eruit en hoe gaan we dat toepassen? Genoeg stof tot nadenken.
Geschreven door Melany Brunings
Samenvatting boek
Op basis van de relevante psychologische literatuur laat de auteur zien dat er een aantal goed gedocumenteerde kenmerken van de menselijke psychologie zijn die verklaren waarom mensen systematisch de kwaliteit van hun leven overschatten en waarom ze daarom resistent zijn tegen de suggestie dat ze ernstig werden geschaad door er te zijn. De meeste mensen geloven namelijk dat ze baat hebben gehad of op zijn minst niet zijn geschaad door het feit dat zij op de wereld werden gezet. Dus als ze ooit nadenken over het feit of ze zich zouden moeten voorplanten dan nemen ze aan dat ze de ongeborene geen kwaad doen. Hoewel de goede dingen in iemands leven iemands leven beter laten gaan dan anders het geval zou zijn geweest, had men door hun afwezigheid niet beroofd kunnen zijn als men niet had bestaan. Degenen die nooit bestaan, kunnen namelijk daarvan niet beroofd worden. Echter, door te bestaan, lijdt men soms toch behoorlijk ernstige schade die men niet had meegemaakt als men er niet was. De auteur pleit dan voor de ‘anti-natale’ visie — dat het altijd verkeerd is om kinderen te hebben — en hij laat zien dat het combineren van de anti-natale visie met algemene pro-choice opvattingen over foetale morele status een ‘pro’ oplevert -diep ” zicht op abortus (in de vroege stadia van de zwangerschap). Anti-natalisme houdt ook in dat het beter zou zijn als de mensheid zou uitsterven. Of de auteur daar zelf achter staat zal me tegen de tijd dat ik het boek uit heb wel duidelijk zijn.
Geef een reactie