Bovenstaande quote zag ik passeren op Facebook onlangs en de tranen sprongen me in de ogen.

“Maar waarom toch? Je bent nu toch mama en je hebt momenteel toch geen kinderwens meer, je hebt toch alles waar je van droomde?”, hoor ik mensen al denken. Of beter, na mijn eerste kindje, zei een goede vriendin me “Maar je moet er nu toch niet meer aan denken, je hebt nu je pracht van een dochter!”. En dat was waar, ik had mijn schatje, we hadden de beste tijd samen, waren samen op stap met vrienden die ook een kindje van die leeftijd hadden, maar de pijn, de angst, die ik beleefd had, die bleef hangen. Vooral op dat moment nog, want er was nog een kinderwens en die was op dat ogenblik erg levendig. Mijn man en ik hadden heel graag voor een broertje of zusje voor haar gewenst (was het maar zo simpel), haar iemand geven om mee op te groeien, mee te spelen en zelfs ruzie mee te maken, om groot mee te worden en te leren van elkaar, maar ook te genieten van elkaar en wij van hen. Dus… ik huilde. Wederom. Jeetje, ik was nooit een huilebak, maar wat heb ik al tranen gelaten sinds de dag dat ik stopte met anticonceptie om een kindje te mogen krijgen. Ze begreep het niet, maar dat was haar schuld niet, ze was er wel en veroordeelde me niet omdat ik huilde, terwijl ik gekregen had wat ik wou, het mama mogen worden.

Ik werd heel snel zwanger van ons tweede dochter, ongelooflijk, deze keer tranen van geluk! Maar toch was er meteen ook angst, en geen beetje, maar héél veel. Want stel je voor dat het misloopt? Maar dat deed het niet en toch, toch was ik even bang als de eerste zwangerschap. De eerste keer zwanger worden via IVF was even onwaarschijnlijk als het natuurlijk zwanger worden van een tweede kindje en net door die onwaarschijnlijkheid van beide zwangerschappen, was ik telkens bang van ons kindje te verliezen.

Maar nu heb ik 2 dochters, 2 prachtige meiden, die beide zelfs op mij gelijken, fantastisch, ik voel me compleet. Maar dan, dan komt onverwachts zo’n quote voorbij en krijg je een prop in je keel. Dan, dan besef je wat die weg naar een kind/kinderen met je gedaan heeft. Je vergeet het niet, je geeft het een plaatsje, maar het gaat nooit echt weg. En soms, neemt het toch de overhand en voel je terug wat je toen voelde: “Ga ik ooit mama mogen worden of moet ik beginnen denken aan een andere toekomst dan eerst voorzien? Ga ik me ooit compleet voelen zonder kinderen, zonder het zien opgroeien van mensjes die een deel zijn van jezelf en hen je moraal proberen mee te geven, hen zoveel mogelijk kansen te geven om gelukkig te worden en zichzelf te ontdekken en te worden, wat ze uiteindelijk zullen zijn?” Dat denken aan een andere toekomst, probeerde ik, maar het lukte niet, keer op keer botste ik tegen dingen aan, waar ik van droomde. Het was voor mij heel duidelijk, mocht mama worden voor mij niet mogelijk zijn, dan hoefde het niet meer voor mij, het leven had me niets te bieden.

Dat moment, dat je beseft dat het leven je niets meer waard is, tenzij je die kinderwens kan vervullen, dat doet iets met je. Zeker als vrolijk, levenslustige persoon, weten dat als er geen mogelijkheid is om ooit mama te worden, er niets nog is om voor te leven (althans, naar mijn persoonlijk gevoel), dat raakt je. Alsof het leven je in het gezicht slaat en die drang naar moederschap je brandmerkt. Dat gevoel, dat is er, de slagen in het gezicht bij telkens slecht nieuws, dat laat sporen na en die niet te stoppen drang naar moederschap, dat vechten om een zwangerschap, dat blijft zichtbaar. Bij elk gesprek over vruchtbaarheid, over het ‘vanzelfsprekende’ van een zwangerschap en in mijn geval ook nog eens de schoonheid van het natuurlijk bevallen, daar gaat mijn hart van bloeden en bij mensen waar ik mijn hart aan toevertrouw, ook nog eens tranen.

De pijn die er is, naar het wensen van een kind, dat (mogelijks) niet komt, is hard, de hardste die ik al gekend heb.

Geschreven door Evelyne

Sharing is caring!